Posts tonen met het label Waterstof. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Waterstof. Alle posts tonen

dinsdag 30 november 2021

Waterstof op de Groningse manier. Nr 10

 💦⚡️💚 Groene waterstof is ‘booming”. Als missing link in de energietransitie en de transitie naar een duurzame industrie. Maar hoe maken we waterstof groot op zo’n manier dat iedereen profiteert? Lees hier de laatste etappe van mijn ontdekkingstocht 👇 💚🌍 

Waterstof als gamechanger Nr 10

Het is ongelofelijk hoeveel er gebeurt op het gebied van energietransitie en waterstof. In Groningen hebben we ambitieuze doelen gesteld en deels al uitgevoerd voor heel veel meer zonneparken en (kleine) windmolens. Met als ambitie om deze allemaal met 50% lokaal eigenaarschap te realiseren. Dat betekent dat de omwonenden direct profiteren van de winsten van de parken. En ondertussen trots kunnen zijn dat hun omgeving een steentje bijdraagt aan de energietransitie. Dat is voor ons niet nieuw, we deden dat al jaren in Groningen. Het heeft ertoe geleid dat er veel meer draagvlak is voor zonneparken. Dorps- en wijkgemeenschappen nemen het initiatief voor het laten ontwikkelen van zonneparken en schaffen zelf windmolens aan. We hebben daardoor in Groningen veel duurzame energie. We produceren onze eigen waterstof en gebruiken die bijvoorbeeld voor het verduurzamen van zware mobiliteit. Ook op nationaal, Europees en wereldniveau zijn er steeds meer plannen voor de productie en het gebruik van waterstof. Niet alleen binnen landsgrenzen, maar ook in samenwerking met andere landen. Zo sloot Nederland al verschillende contracten met andere landen voor het importeren van waterstof, zoals met Portugal en met Namibië. En ook de plannen van Europa om groene waterstof te importeren uit Afrika krijgen vorm. 

COP26 

De belangrijkste gebeurtenis op het gebied van de energietransitie was natuurlijk de COP26 in Glasgow. Geen keiharde nieuwe afspraken over doelen, zoals op de COP25 in Parijs in 2015, maar wel goede afspraken over hoe de lidstaten omgaan met financiering van energie: afbouw van financiering van fossiele energie en veel meer geld voor ontwikkelingslanden. En een bevestiging van eerder gemaakte afspraken om de transitie op een eerlijke manier te laten verlopen. Dat laatste is essentieel om de transitie te laten slagen. Dat er meer aandacht is voor ontwikkelingslanden biedt daarbij hoop. Maar de geschiedenis leert dat het tegelijkertijd lastig zal zijn. Veel landen bleven sinds de COP25 achter in het financieren van aanpassing aan of tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. 

Lef tonen 

Dat moet nu wél gebeuren. En het kan ook. Door de financiering niet als losstaand te zien, maar juist als onderdeel van een eerlijke energietransitie. Maar dan moeten de welvarende landen wel lef tonen. Lef om de werkelijke kosten van de productie en het gebruik van energie niet af te wentelen op anderen. Dat hebben we namelijk al jaren gedaan: olie winnen op plekken waar we er geen last van hebben en de lokale gevolgen niet zien. Zelf van olie profiteren, ondertussen wel weten dat het anders moet, maar ja, het is zo moeilijk om te veranderen… 

Voorwaarden stellen om winsten te delen 

En dat is ook zo. Het is moeilijk om de regels tijdens het spel te veranderen. Juist daarom is het zo belangrijk om die regels nu, aan het begin van de wereldwijde waterstofeconomie, op te stellen. Om afspraken te maken over hoe we allemaal kunnen profiteren van de energietransitie. Waterstof kan daarin de gamechanger zijn. Het is mogelijk om de productie van groene waterstof over lange afstanden te transporteren. Net als olie en gas. Maar wat we met olie en gas niet deden, kan met waterstof nu wel: bijdragen aan een herverdeling van arm en rijk. Dat kan door nu met elkaar af te spreken dat waterstof die we als rijke landen zullen gaan importeren, onder andere uit ontwikkelingslanden, moet voldoen aan een aantal voorwaarden. En dan bedoel ik niet de technische voorwaarden - daar zijn al veel mensen mee bezig -, maar sociaaleconomische voorwaarden. Over het delen van de winsten met de omwonenden van de zonneparken en windparken waar de waterstof geproduceerd wordt. Zodat een deel van het geld dat wordt verdiend tijdens de looptijd van een zonnepark of windpark en met de handel in de geproduceerde waterstof, structureel toekomt aan de omgeving. Waardoor iedereen er beter van wordt: de gebruikers en de producenten van waterstof, én de omgeving. Als we, net als in Groningen, samen profiteren van de winsten van de energietransitie, zal het draagvlak toenemen en de energietransitie versnellen. Het is aan ons om te leren van het verleden en te zorgen dat groene waterstof welvaart brengt voor iedereen. 

 Daarom moeten we nu:

 • Als voorwaarde stellen dat de waterstofeconomie moet bijdragen aan SDG1, SDG7 en SDG15 (Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties) en dat als uitgangspunt voor import, handel, financiering en productie van waterstof te gebruiken. 

 • Als voorwaarde voor de import van groene waterstof stellen dat de omgeving van de zonneparken, windparken en electrolysers waarmee de groene waterstof gemaakt is, gedurende de looptijd van de productie deelt in de welvaart en een percentage van de winst krijgt. 

 Brede welvaart 

Concreet betekent dat dat omwonenden van energieprojecten voor waterstofproductie, toegang krijgen tot schone energie en daarmee schoon koken en armoedebestrijding en de mogelijkheid tot (her-)aanplant van bomen en bos. Zo laten we de waterstofeconomie echt bijdragen aan brede welvaart. Ik zal mij daar vol overtuiging voor inzetten. 

Doet u ook mee?



vrijdag 7 mei 2021

Waterstof op de Groningse manier. Nr 8

💦⚡️💚 Groene waterstof is ‘booming”. Als missing link in de energietransitie en de transitie naar een duurzame industrie. Maar hoe maken we waterstof groot op zo’n manier dat iedereen profiteert? Lees hier mijn ontdekkingstocht 👇 💚🌍 


👩‍💻 Blog 8: The Groningen Principles 📃🖍


Over een week is het zo ver. Dan presenteert het International Energy Agency een wereldwijd stappenplan naar nul emissie: ‘Net Zero in 2050: A roadmap for the global energy system’. Begin dit jaar sloot de USA zich weer aan bij The Paris Agreement. Sunita Satyapal, Director of the U.S Department of Energy’s Hydrogen and Fuel Cell Technologies Office, meldde vrij snel daarna dat de USA gaat inzetten op het opschalen van groene waterstof en het reduceren van de kosten ervan. Er gebeurt veel in de klimaat- en energiewereld! 


Internationale afspraken

Dat het hier om een internationaal speelveld gaat, is overduidelijk. Daar horen ook internationale afspraken bij. Over de kwaliteit van de waterstof. Over de manier waarop waterstof wordt geproduceerd: met fossiele of met duurzame bronnen. Over  transport, belastingen, level playing field etc. In diverse landen wordt daar hard over nagedacht. In Nederland, maar bijvoorbeeld ook bij onze buren in België. Daar onderzochten de bedrijven EME, ENGIE, Exmar, Fluxys samen met Port of Antwerp, Port of Zeebrugge en WaterstofNet of en hoe het mogelijk is om waterstof te importeren. 


Deze en andere haalbaarheidsstudies hebben vergelijkbare conclusies: een internationaal duurzaam energiesysteem kan niet zonder groene waterstof. Alleen gaan de conclusies en aanbevelingen altijd over de technische kant van waterstof. Terwijl een nieuw energiesysteem ook grote sociale, economische en ecologische gevolgen heeft. Ik vind dat we die kant veel meer moeten belichten. Hoe zorgen we op een slimme manier dat die gevolgen positief zijn? 


http://profadvanwijk.com/wp-content/uploads/2019/09/Hydrogen-the-bridge-between-Africa-and-Europe-5-9-2019.pdf
Prof Ad van Wijk schreef in 2019 al over waterstof en
economische kansen voor Noord Afrika


Welvaart en ellende

We weten in elk geval hoe het níet moet. De winning en het gebruik van bijvoorbeeld aardolie hebben ons de afgelopen decennia welvaart gebracht. Maar er is ook veel ellende door ontstaan in de wereld, bijvoorbeeld oorlogen om winningslocaties en zware milieuverontreiniging. Recent was de Nigerdelta nog in het nieuws, maar veel eerder werd al duidelijk dat de komst van de oliemaatschappijen de lokale bevolking meer kwaad dan goed heeft gebracht. Olielekkages als gevolg van kapotte pijpleidingen hebben een verwoestend effect op de omgeving. Bovendien ondermijnen ze de sociaaleconomische rechten van de bewoners van het gebied, zoals het recht op voedsel, huisvesting, werk, schoon drinkwater en gezondheidszorg. De Verenigde Naties zorgden voor internationale afspraken voor de omgeving van mijnbouwsites, maar we zijn er nog lang niet. 


Dichterbij huis, in mijn provincie Groningen, werd 60 jaar geleden aardgas gevonden. Decennialang kon iedereen in Nederland profiteren van de rijkdom en welvaart die dat aardgas met zich meebracht. Maar toen er aardbevingen ontstonden door het leegraken van de gasvelden, moest de Groningers hard knokken voor compensatiegelden om hun huizen te repareren.


Basisprincipes

Ik was er niet bij, 60 jaar geleden. Ik weet dus niet of er bij de vondst van olie en gas direct aan internationale handel en grote winsten werd gedacht. Ik weet ook niet of men destijds kon overzien wat er zou gebeuren als je geen goede afspraken maakt over bepaalde basisprincipes waaraan moet worden voldaan. Wat ik wél weet, is dat we met waterstof aan de vooravond staan van een ingrijpende internationale ontwikkeling. Daarom lijkt het mij cruciaal dat we die afspraken NU op papier zetten en dat iedereen die waterstof wil importeren of exporteren, zich eraan houdt. Nederlands Klimaatgezant Marcel Beukeboom noemde ze een soort basisprincipes vanuit Groningen: the Groningen Principles.


Waterstof en SDG’s 

Ik sprak vele partijen van beide kanten: mogelijke leveranciers, maar ook partijen die de belangen behartigen van potentiële grootschalige opweklocaties in ontwikkelingslanden. Allen erkennen en herkennen dat grootschalige productie van duurzame stroom door wind- en zonneparken nodig is en dat internationale waterstofontwikkelingen die duurzame productie gaan versnellen. Partijen aan beide kanten erkennen ook dat je via de productie van en handel in waterstof kunt bijdragen aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Simpelweg door een fonds te vullen waar structureel lokale SDG-projecten van kunnen worden gefinancierd.


Er zijn al mooie voorbeelden van hoe dat zou kunnen. Ik sprak vele organisaties die met structureel geld een enorme bijdrage aan de SDG’s kunnen leveren. Twee mooie voorbeelden: 

  • SDG 15: Al met een paar euro inspireert en mobiliseert Justdiggit kleinschalige boeren en herders in Afrika om hun eigen land te vergroenen. Ze herstellen uitgedroogd land door gebruik te maken van erkende vergroeningstechnieken als regenwateropvang, het terugbrengen van bomen en het ontwikkelen van graszaadbanken. De projecten worden lokaal beheerd en uitgevoerd. Er is daar dus lokaal geld nodig. 
  • SDG 7: Rural Spark maakt en verkoopt Energy Kits voor gebruik over de hele wereld. Zo’n kit bestaat bijvoorbeeld uit een zonnepaneel, een accu en een kookset. Met zo’n set hoeven mensen in ontwikkelingslanden geen aggregaten meer te gebruiken. Ook is er minder hout of gas nodig om op te koken, waardoor verdere ontbossing wordt tegengaan en het de gezondheid ten goede komt. “Energie-zelfstandigheid” wordt door vele partijen gaan zien als een belangrijk element om armoede te doorbreken.

Internationale eisen en een fonds

De zonneparkontwikkelaars die ik sprak, onderkennen het belang van dit soort voorbeelden. Deze vaak grote internationale bedrijven hebben baat bij stabiele regio’s als werkomgeving. Ze willen daar graag bijdragen aan leveren, mits ze weten dat die goed terechtkomen. En daarvoor hebben we de Groningen Principles nodig. Ik doe een voorstel voor een basis voor die principes:


  • We stellen internationale ecologische en sociale eisen aan import en export van waterstof. 
  • Ontwikkelaars van wind- en zonneparken storten een deel van de winst van het betreffende wind- of zonnepark in een fonds, gedurende de looptijd van het park.
  • Dat fonds mag gebruikt worden voor projecten in de omgeving, mits deze bijdragen aan de SDG’s.


De effectiviteit van zo’n fonds valt of staat met een aantal zaken:

  • Hoe groot is de afdracht van het fonds? Echt 50% van de winst zoals ik opperde in mijn vorige blog?
  • Hoe weet je of jouw waterstof daaraan voldoet? Wie kan een Guarantee of Origin afgeven?
  • Wie kan het fonds beheren en erop toezien dat het wordt gevuld en goed wordt besteed? Daarover sprak ik met verschillende financiele experts.


Lees meer in mijn volgende blog! Wil je met me meedenken? Vul formulier in rechterbalk in 👉🏾



 




donderdag 11 maart 2021

Waterstof op de Groningse manier. Nr 7


💦⚡️💚 Groene waterstof is ‘booming”. Als missing link in de energietransitie en de transitie naar een duurzame industrie. Maar hoe maken we waterstof groot op zo’n manier dat iedereen profiteert? Lees hier mijn ontdekkingstocht 👇 💚🌍 


🙅🏼‍♀️🌍 Op een kruispunt: zijn we bereid te delen? 


Tot vorige zomer was ik op zoek naar vernieuwende voorwaarden voor eerlijke groene waterstofproductie. Toen werd het stil. Ik liep vast in mijn zoektocht. Tientallen telefoontjes en talloze e-mails leverden me veel informatie op, maar niet het ei van Columbus. Ik vond vooral de standaard afspraken die er al voor mijnbouw zijn. Maar toen ik recent mocht spreken op een internationaal (digitaal) EU-event over waterstof, raakte ik toch weer geïnspireerd. En nu zet ik mijn zoektocht voort. 


Eerlijke verdeling

De bijeenkomst waar ik sprak, was bedoeld om informatie uit te wisselen over de rol van waterstof als ‘missing link’ in een duurzaam Europees energiesysteem. Maar al snel ging het ook over buiten Europa. Het voordeel van groene waterstof is dat het over lange afstand getransporteerd kan worden. Net als olie en aardgas kan het ook intercontinentaal worden vervoerd, zonder noemenswaardig verlies. Dat is een grote plus ten opzichte van elektriciteit, waarbij door de wrijving met de kabel energieverlies plaatsvindt. Kortom: via pijpleidingen en zelfs boten kan makkelijker energie worden getransporteerd en bovendien liggen de pijpen al over de hele wereld. Logisch dus dat mensen die werken in de (fossiele) energiesector snel internationaal denken. We hebben immers een goed werkend internationaal energiesysteem? Maar is dat zo? Qua transport en gebruik misschien wel. Maar de winsten van de fossiele energie-economie zijn niet goed verdeeld. Tijdens de bijeenkomst realiseerde ik me dan ook ineens dat we transport en gebruik overal het zelfde zien, maar als het gaat om het verdelen van de winsten, ineens andere voorwaarden stellen buiten Europa. Als het gaat om waterstof staan we dus op een kruispunt: we kunnen nú afspraken maken over een nieuwe, eerlijke verdeling van welvaart. 


Acutere problemen

Om te beginnen op de plekken waar we de afgelopen decennia veel fossiele energie vandaan hebben gehaald. In mijn regio heeft de gaswinning geleid tot aardbevingen, maar wij profiteerden in ieder geval van een welvarend Nederland. Op veel andere plekken in de wereld werd ook fossiele energie gewonnen, maar profiteerde de lokale bevolking helemaal niet. Niet van een welvarend land, niet van de winsten. Op de handel in fossiele energie werd veel winst gemaakt en dat is met duurzame energie niet anders. In veel Afrikaanse landen leidde de handel in olie tot burgeroorlogen (denk aan Angola) en kwamen andere sectoren, zoals landbouw en natuur, in de verdrukking (zoals in Congo). Veel van deze landen komen nu ook op een kruispunt: hoe gaan ze om met duurzame energie? Vaak is er een enorme zonnekracht en bieden windstromen kansen voor windparken. Mogelijkheden te over, maar ontwikkelingslanden zoeken nog naar hun rol in het nieuwe duurzame energiesysteem. Veel van deze landen tekenden wel de Paris Agreement, maar hebben vaak andere, acutere problemen zoals ontbossing, droogte of überhaupt geen energie. Ook missen ze vaak de financiën om zelf te investeren. 

 




Delen in de winst

In Nederland hebben we in navolging van de Paris Agreement in 2019 een Nationaal Klimaatakkoord gesloten. Onderdeel van dat Klimaatakkoord is dat we streven naar 50% participatie van de omgeving bij duurzame energieprojecten. Je kunt dat op verschillende manieren vormgeven, maar laten we voor het gemak uitgaan van 50% delen in de winsten. Als we dat eisen voor zonneparken in Nederland, zouden we dat dan anderen ook niet gunnen? Dat zou betekenen dat overal ter wereld waar straks grote zonneparken verrijzen en Europa de energie importeert, de omgeving een pot met geld ter beschikking heeft. Dat geld kan dan gebruikt worden voor de acutere problemen. Zo zitten in de sub-Sahara-landen ruim 600 miljoen mensen zonder elektra. Elektriciteit zou hen meer economische kansen geven en het is bovendien ook veel beter voor de gezondheid om niet steeds een kerosinelamp aan te hebben. Of het geld kan gebruikt worden voor het terug planten van bossen, bouwen van scholen, waterputten slaan, etc. Zo kunnen we echt bijdragen aan de SDG's.


Fondsen

Er zijn tegenwoordig veel internationale projecten voor herbebossing, maar het blijven kostbare projecten en uiteindelijk werkt het het best als lokale boeren zich er ook voor inzetten. Ik belde met dhr Van Styrum van Justdiggit.org om te horen of zij denken dat fondsen van winsten uit grote zonneparken zouden kunnen bijdragen aan hun doelen. En ik belde met de ondernemers van Rural Spark. Zij zetten zich in voor mensen die wonen in gebieden waar geen of beperkte toegang tot energie is. Ze richten zich op de Afrikaanse markt. Ook hen vroeg ik of dit soort fondsen zouden kunnen bijdragen aan hun missie. 


Lokale wensen

Het blijft me bezig houden: als wij duurzame energie niet allemaal hier willen produceren, maar willen importeren, dan moeten we toch ook dezelfde voorwaarden dáár mogelijk maken? Meerdere (buitenlandse) gesprekspartners  wezen me er op dat wij niet moeten denken voor anderen. De wensen van de lokale omgeving aldaar kunnen heel anders zijn dan onze eisen. Met het beschikbaar stellen van fondsen voor die lokale omgeving, laten we die ruimte. Het is in ieder geval nú het moment om dat soort afspraken te maken. 


Reacties

Benieuwd naar de reacties van een aantal betrokkenen? Lees dan mijn volgende blog! 


Maar eerst: Wat vind jij?