💦⚡️💚 Groene waterstof is ‘booming”. Als missing link in de energietransitie en de transitie naar een duurzame industrie. Maar hoe maken we waterstof groot op zo’n manier dat iedereen profiteert? Lees hier de laatste etappe van mijn ontdekkingstocht 👇 💚🌍
Waterstof als gamechanger Nr 10
Het is ongelofelijk hoeveel er gebeurt op het gebied van energietransitie en waterstof. In Groningen hebben we ambitieuze doelen gesteld en deels al uitgevoerd voor heel veel meer zonneparken en (kleine) windmolens. Met als ambitie om deze allemaal met 50% lokaal eigenaarschap te realiseren. Dat betekent dat de omwonenden direct profiteren van de winsten van de parken. En ondertussen trots kunnen zijn dat hun omgeving een steentje bijdraagt aan de energietransitie. Dat is voor ons niet nieuw, we deden dat al jaren in Groningen. Het heeft ertoe geleid dat er veel meer draagvlak is voor zonneparken. Dorps- en wijkgemeenschappen nemen het initiatief voor het laten ontwikkelen van zonneparken en schaffen zelf windmolens aan. We hebben daardoor in Groningen veel duurzame energie. We produceren onze eigen waterstof en gebruiken die bijvoorbeeld voor het verduurzamen van zware mobiliteit. Ook op nationaal, Europees en wereldniveau zijn er steeds meer plannen voor de productie en het gebruik van waterstof. Niet alleen binnen landsgrenzen, maar ook in samenwerking met andere landen. Zo sloot Nederland al verschillende contracten met andere landen voor het importeren van waterstof, zoals met Portugal en met Namibië. En ook de plannen van Europa om groene waterstof te importeren uit Afrika krijgen vorm.
COP26
De belangrijkste gebeurtenis op het gebied van de energietransitie was natuurlijk de COP26 in Glasgow. Geen keiharde nieuwe afspraken over doelen, zoals op de COP25 in Parijs in 2015, maar wel goede afspraken over hoe de lidstaten omgaan met financiering van energie: afbouw van financiering van fossiele energie en veel meer geld voor ontwikkelingslanden. En een bevestiging van eerder gemaakte afspraken om de transitie op een eerlijke manier te laten verlopen. Dat laatste is essentieel om de transitie te laten slagen. Dat er meer aandacht is voor ontwikkelingslanden biedt daarbij hoop. Maar de geschiedenis leert dat het tegelijkertijd lastig zal zijn. Veel landen bleven sinds de COP25 achter in het financieren van aanpassing aan of tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden.
Lef tonen
Dat moet nu wél gebeuren. En het kan ook. Door de financiering niet als losstaand te zien, maar juist als onderdeel van een eerlijke energietransitie. Maar dan moeten de welvarende landen wel lef tonen. Lef om de werkelijke kosten van de productie en het gebruik van energie niet af te wentelen op anderen. Dat hebben we namelijk al jaren gedaan: olie winnen op plekken waar we er geen last van hebben en de lokale gevolgen niet zien. Zelf van olie profiteren, ondertussen wel weten dat het anders moet, maar ja, het is zo moeilijk om te veranderen…
Voorwaarden stellen om winsten te delen
En dat is ook zo. Het is moeilijk om de regels tijdens het spel te veranderen. Juist daarom is het zo belangrijk om die regels nu, aan het begin van de wereldwijde waterstofeconomie, op te stellen. Om afspraken te maken over hoe we allemaal kunnen profiteren van de energietransitie. Waterstof kan daarin de gamechanger zijn. Het is mogelijk om de productie van groene waterstof over lange afstanden te transporteren. Net als olie en gas. Maar wat we met olie en gas niet deden, kan met waterstof nu wel: bijdragen aan een herverdeling van arm en rijk. Dat kan door nu met elkaar af te spreken dat waterstof die we als rijke landen zullen gaan importeren, onder andere uit ontwikkelingslanden, moet voldoen aan een aantal voorwaarden. En dan bedoel ik niet de technische voorwaarden - daar zijn al veel mensen mee bezig -, maar sociaaleconomische voorwaarden. Over het delen van de winsten met de omwonenden van de zonneparken en windparken waar de waterstof geproduceerd wordt. Zodat een deel van het geld dat wordt verdiend tijdens de looptijd van een zonnepark of windpark en met de handel in de geproduceerde waterstof, structureel toekomt aan de omgeving. Waardoor iedereen er beter van wordt: de gebruikers en de producenten van waterstof, én de omgeving. Als we, net als in Groningen, samen profiteren van de winsten van de energietransitie, zal het draagvlak toenemen en de energietransitie versnellen. Het is aan ons om te leren van het verleden en te zorgen dat groene waterstof welvaart brengt voor iedereen.
Daarom moeten we nu:
• Als voorwaarde stellen dat de waterstofeconomie moet bijdragen aan SDG1, SDG7 en SDG15 (Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties) en dat als uitgangspunt voor import, handel, financiering en productie van waterstof te gebruiken.
• Als voorwaarde voor de import van groene waterstof stellen dat de omgeving van de zonneparken, windparken en electrolysers waarmee de groene waterstof gemaakt is, gedurende de looptijd van de productie deelt in de welvaart en een percentage van de winst krijgt.
Brede welvaart
Concreet betekent dat dat omwonenden van energieprojecten voor waterstofproductie, toegang krijgen tot schone energie en daarmee schoon koken en armoedebestrijding en de mogelijkheid tot (her-)aanplant van bomen en bos. Zo laten we de waterstofeconomie echt bijdragen aan brede welvaart. Ik zal mij daar vol overtuiging voor inzetten.
Doet u ook mee?