donderdag 11 maart 2021

Waterstof op de Groningse manier. Nr 7


💦⚡️💚 Groene waterstof is ‘booming”. Als missing link in de energietransitie en de transitie naar een duurzame industrie. Maar hoe maken we waterstof groot op zo’n manier dat iedereen profiteert? Lees hier mijn ontdekkingstocht 👇 💚🌍 


🙅🏼‍♀️🌍 Op een kruispunt: zijn we bereid te delen? 


Tot vorige zomer was ik op zoek naar vernieuwende voorwaarden voor eerlijke groene waterstofproductie. Toen werd het stil. Ik liep vast in mijn zoektocht. Tientallen telefoontjes en talloze e-mails leverden me veel informatie op, maar niet het ei van Columbus. Ik vond vooral de standaard afspraken die er al voor mijnbouw zijn. Maar toen ik recent mocht spreken op een internationaal (digitaal) EU-event over waterstof, raakte ik toch weer geïnspireerd. En nu zet ik mijn zoektocht voort. 


Eerlijke verdeling

De bijeenkomst waar ik sprak, was bedoeld om informatie uit te wisselen over de rol van waterstof als ‘missing link’ in een duurzaam Europees energiesysteem. Maar al snel ging het ook over buiten Europa. Het voordeel van groene waterstof is dat het over lange afstand getransporteerd kan worden. Net als olie en aardgas kan het ook intercontinentaal worden vervoerd, zonder noemenswaardig verlies. Dat is een grote plus ten opzichte van elektriciteit, waarbij door de wrijving met de kabel energieverlies plaatsvindt. Kortom: via pijpleidingen en zelfs boten kan makkelijker energie worden getransporteerd en bovendien liggen de pijpen al over de hele wereld. Logisch dus dat mensen die werken in de (fossiele) energiesector snel internationaal denken. We hebben immers een goed werkend internationaal energiesysteem? Maar is dat zo? Qua transport en gebruik misschien wel. Maar de winsten van de fossiele energie-economie zijn niet goed verdeeld. Tijdens de bijeenkomst realiseerde ik me dan ook ineens dat we transport en gebruik overal het zelfde zien, maar als het gaat om het verdelen van de winsten, ineens andere voorwaarden stellen buiten Europa. Als het gaat om waterstof staan we dus op een kruispunt: we kunnen nú afspraken maken over een nieuwe, eerlijke verdeling van welvaart. 


Acutere problemen

Om te beginnen op de plekken waar we de afgelopen decennia veel fossiele energie vandaan hebben gehaald. In mijn regio heeft de gaswinning geleid tot aardbevingen, maar wij profiteerden in ieder geval van een welvarend Nederland. Op veel andere plekken in de wereld werd ook fossiele energie gewonnen, maar profiteerde de lokale bevolking helemaal niet. Niet van een welvarend land, niet van de winsten. Op de handel in fossiele energie werd veel winst gemaakt en dat is met duurzame energie niet anders. In veel Afrikaanse landen leidde de handel in olie tot burgeroorlogen (denk aan Angola) en kwamen andere sectoren, zoals landbouw en natuur, in de verdrukking (zoals in Congo). Veel van deze landen komen nu ook op een kruispunt: hoe gaan ze om met duurzame energie? Vaak is er een enorme zonnekracht en bieden windstromen kansen voor windparken. Mogelijkheden te over, maar ontwikkelingslanden zoeken nog naar hun rol in het nieuwe duurzame energiesysteem. Veel van deze landen tekenden wel de Paris Agreement, maar hebben vaak andere, acutere problemen zoals ontbossing, droogte of überhaupt geen energie. Ook missen ze vaak de financiën om zelf te investeren. 

 




Delen in de winst

In Nederland hebben we in navolging van de Paris Agreement in 2019 een Nationaal Klimaatakkoord gesloten. Onderdeel van dat Klimaatakkoord is dat we streven naar 50% participatie van de omgeving bij duurzame energieprojecten. Je kunt dat op verschillende manieren vormgeven, maar laten we voor het gemak uitgaan van 50% delen in de winsten. Als we dat eisen voor zonneparken in Nederland, zouden we dat dan anderen ook niet gunnen? Dat zou betekenen dat overal ter wereld waar straks grote zonneparken verrijzen en Europa de energie importeert, de omgeving een pot met geld ter beschikking heeft. Dat geld kan dan gebruikt worden voor de acutere problemen. Zo zitten in de sub-Sahara-landen ruim 600 miljoen mensen zonder elektra. Elektriciteit zou hen meer economische kansen geven en het is bovendien ook veel beter voor de gezondheid om niet steeds een kerosinelamp aan te hebben. Of het geld kan gebruikt worden voor het terug planten van bossen, bouwen van scholen, waterputten slaan, etc. Zo kunnen we echt bijdragen aan de SDG's.


Fondsen

Er zijn tegenwoordig veel internationale projecten voor herbebossing, maar het blijven kostbare projecten en uiteindelijk werkt het het best als lokale boeren zich er ook voor inzetten. Ik belde met dhr Van Styrum van Justdiggit.org om te horen of zij denken dat fondsen van winsten uit grote zonneparken zouden kunnen bijdragen aan hun doelen. En ik belde met de ondernemers van Rural Spark. Zij zetten zich in voor mensen die wonen in gebieden waar geen of beperkte toegang tot energie is. Ze richten zich op de Afrikaanse markt. Ook hen vroeg ik of dit soort fondsen zouden kunnen bijdragen aan hun missie. 


Lokale wensen

Het blijft me bezig houden: als wij duurzame energie niet allemaal hier willen produceren, maar willen importeren, dan moeten we toch ook dezelfde voorwaarden dáár mogelijk maken? Meerdere (buitenlandse) gesprekspartners  wezen me er op dat wij niet moeten denken voor anderen. De wensen van de lokale omgeving aldaar kunnen heel anders zijn dan onze eisen. Met het beschikbaar stellen van fondsen voor die lokale omgeving, laten we die ruimte. Het is in ieder geval nú het moment om dat soort afspraken te maken. 


Reacties

Benieuwd naar de reacties van een aantal betrokkenen? Lees dan mijn volgende blog! 


Maar eerst: Wat vind jij?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactions? Please!